actualiteit

Een tent in Gent – naar keuze te interpreteren

Een kortje deze keer. Omdat het al te lang geleden is en ik er terug moet in komen. Omdat ik wel wat andere zaken aan mijn hoofd heb tegenwoordig. Of omdat het gewoon te mooi weer is en ik mijn tijd verdoe aan terrasjes en wel wat andere zaken in mijn hoofd heb tegenwoordig. Interpreteer maar naar keuze.

Dat deed trouwens ook een rederij in Gent die een feestje gaf vorig weekend op een brug in Gent. Ze hadden toestemming gevraagd aan het stadsbestuur om een tent te plaatsen op de brug, en hadden die ook gekregen. Mits dat het advies gevolgd werd dat er twee meter doorgang moest blijven voor fietsers en voetgangers. En dat advies werd door de organisator tot op de letter gevolgd: twee meter doorgang werd vrijgehouden
 Aan de voor- en achterkant van de tent.

Een dergelijke creatieve actie kan je moeilijk onsympathiek noemen. Het opent ook heel wat mogelijkheden. Fietspad te smal? Hoe kom je daarbij? Wij meten gewoon in de andere richting. Nog nooit zo’n breed fietspad gezien.

EĂ©n meter zijdelingse afstand bij het voorbijsteken? Natuurlijk! Alleen hield ik die afstand aan mijn linkerzijde. Even goed, toch?

En hoe bedoel je, dat je van rechts kwam? Als ik nu omgekeerd op mijn fiets zat, dan kwam jij van links.

En nu is het toch nog langer geworden dan ik had gedacht. Al is ook dat voor interpretatie vatbaar.

Bron:
http://www.standaard.be/cnt/dmf20160311_02178295

Voor het leven

Moeten mensen niet dringend wat meer tegen zichzelf beschermd worden? Het was een – moet ik toegeven – sterk paternalistische gedachte. En toch was dat mijn reactie op het artikel over Accent Jobs en hun paternalistische aanpak.

Smartphones en sjakossen

Het West-Vlaamse interimbedrijf Accent Jobs haalde deze week de pers dankzij hun inventieve manier om sociale verkiezingen te vermijden. Een extra dag verlof en een slimme telefoon in ruil voor 
tja, zowat alles waar onze ouders en grootouders jaren van gedroomd en voor gevochten hebben?

Maar deze paternalistische aanpak kent succes. Medewerkers worden aangemoedigd, overtreffen zichzelf en krijgen in ruil daarvoor handtassen van Louis Vuitton. Ze dragen bij voorkeur ook sexy kledij. Het artikel zegt niets over de mannen. Is Accent Jobs een vrouwenbastion? Op de begeleidende foto prijkt alvast de bazin. Ze kijkt me aan alsof ze verbaasd is om aan de andere kant van haar blikveld een mens te zien. Was die soort niet onlangs uitgestorven dan?

Pure afgunst

Natuurlijk zie ik groen van jaloezie. Ik schrijf dit stukje vanuit een instinctieve woede en diepe nijd. Had ik maar al die HermÚs-sjakossen en bonussen opgestreken, en ik zou hier niet liggen zaniken. Had ik maar al dat succes en die overtreffende trap van mezelf gevonden. Om maar te zwijgen over de sexy pakjes.

Nu zit ik hier met een glas wijn, in een half verbouwd huis, in een gisteren nog volgekotste zetel, mijmerend over mijn dag waarin ik praatte met een pracht van een vriendin, fietste met mijn oudste zoontje, bezorgd was over mijn jongste zoontje, las op de trein, ruzie maakte met mijn man (en het dan weer lekker bijlegde – ik treed niet in detail), een toffe mail kreeg van een andere vriendin en me nu amuseer met mijn blog. En o ja, nog bijna vergeten, ik heb nog gewerkt ook, Ă©n ervan genoten. Van de hele dag trouwens. En dat zonder dure handtas, zonder bonus en zonder noemenswaardig (financieel) succes. Noem het wat je wil. Voor mij heet dat leven.

Bron:
http://www.standaard.be/cnt/dmf20160216_02132746

 

Hoeveel kost je auto echt?

Het autosalon. De meesten onder ons mogen al lang niet meer onder de kerktoren wonen, Ă©Ă©n keer per jaar willen we op een zondagochtend nog eens vroeg uit de veren komen om vanuit onze afgelegen bunkers massaal een religieus evenement te gaan bijwonen. Bij die hoogmis van blik en staal horen eveneens een overvloed aan (al dan niet gesponsorde) artikels. En omdat een auto nooit genoeg aandacht kan krijgen, doe ik er maar aan mee. Giften zijn steeds welkom.

Kostprijs

Naast de resem besprekingen van auto’s die nog mooier, zuiniger en betrouwbaarder (sjoemelvrij-uitroepteken) zijn dan vorig jaar, lees ik een heleboel tips en andere nuttige informatie. Zoals hoeveel een auto echt kost. Dat lijkt me interessant. Ik lees over belastingen, verzekeringen, onderhoud en verbruik (hoewel dat laatste – zo benadrukt de auteur – echt wel meevalt-uitroepteken). En we zijn opnieuw wat wijzer.

Maar wat kost het nu echt?

En toch blijven er vragen. Ik lees niets over de impact van de productie van al die veel zuinigere auto’s op het leefmilieu. Ik leer niets bij over de invloed van de (echt wel verminderde) uitstoot op longen en metabolisme. Zelfs niets over minder ‘zweverige’ zaken zoals tijdverlies door zoeken naar een parkeerplaats, steeds ingewikkeldere parkeertarieven, levensduurverminderende stress door file of jengelende/kotsende kinderen op de achterbank, ruzie met de partner over de muziekkeuze of rijstijl, met de buren over het inpikken van ‘hun’ plekje voor de deur. En dan zwijg ik over de angst dat Ă©Ă©n van de geadoreerde objecten van de hoogmis ooit Ă©Ă©n van mijn naasten vroegtijdig naar de eeuwigheid zou verwijzen. Of misinterpreteer ik nu gewoon de term ‘kostprijs’?

MĂ©t gratis gesjoemel

Neen, ik blijf dan wel zitten in mijn eigen salon. Mijn vervoerswijze kost me meestal wat gezucht en gezweet. Liefst geen tranen of bloed. Het geeft me wind en regen, maar ook zon in de haren. Ik hoef niet te betalen voor een fitnessabonnement waar ik nooit tijd voor heb, en doe geen moeite om idiote verplaatsingen te overwegen. Ik kan lachen, zwaaien en zelfs praten met mensen die ik toevallig tegenkom. Mijn meest geliefde vervoersmodi zijn Ă©cht zuinig en redelijk betrouwbaar. En als er al aan gesjoemeld wordt, dan is het door mezelf.

Bronnen:
http://www.standaard.be/cnt/dmf20140115_030

EĂ©n, twee, drie, ik ben het nie!

We kunnen er wat van tegenwoordig. Een kind wordt op weg naar school overreden door een vrachtwagen, een mentaal onstabiele piloot vliegt zich samen met een vol vliegtuig tegen een berg te pletter, een bus vol schoolkinderen verongelukt in een tunnel.

Stuk voor stuk dramatische, zelfs traumatische ervaringen. Niemand is ooit veilig in onze wereld. Onze cocon wordt even bruutweg stukgeprikt. En de eerste vraag die we ons stellen, is wie treft er schuld? En dan passeren allerhande individuen de revue. Kinderen, ouders, dokters, patiĂ«nten, werkgevers, werknemers. Het regent paraplu’s terwijl we met z’n allen tot onze knieĂ«n in het water zitten.

Misschien zijn we allemaal wel schuldig. Schuldig door onze gehaastheid, onze blindheid, ons naĂŻeve geloof in de techniek en ons overdreven wantrouwen in de mens. Misschien is het tijd om onze tijd, onze straat en onze menselijke staat terug op te eisen. Om te praten, om te kijken en echt te zien. Om te luisteren en te begrijpen, om uit die cocon te stappen en om terug als mens te herrijzen. Niet als hindernis, maar als rustpunt, als steun. Voordat het water tot aan onze lippen reikt, en zelfs een paraplu niet veel meer zal baten.

Mijn huis is waar mijn auto mag staan

Een namiddagupdate in mijn mailbox. ‘Hele buurt beboet voor foutparkeren’. Het is zaterdagavond, de kindjes liggen net in bed. Tijd voor wat leedvermaak. Ik klik door.

Licht overdreven

De hele buurt blijkt een kleine overdrijving, het gaat over tien boetes voor parkeren op de berm. Waaronder blijkbaar wat mensen met twee wagens (‘dubbel getroffen’) en bezoek (‘leuk voor hen’). Ach, die populaire kranten en hun schrijfstijl. Dit wordt een leuke zaterdagavond.

Situatie-interpretatie

Kort even de situatie uit de mond van een behulpzame buurtbewoner: een asfaltweg in twee richtingen, een betonnen kantstrook aan de ene zijde en aan de andere kant klinkerverharding tussen de huizen en de weg. Alles op dezelfde hoogte als de rijbaan. Op de betonnen kant­strook is een dubbele onderbroken witte lijn aangebracht, ‘hetgeen als een fietspad kan worden geïnterpreteerd’. Interpreteren is tegenwoordig het enige wat we nog doen met de wegcode. Of misschien bedoelt de man het ironisch. De goot ernaast heeft ongeveer dezelfde afmetingen.

Politieblunder

Maar er zijn dus onverwacht boetes uitgedeeld. En dat na heel wat gemengde signalen van de politie: ‘parkeer op de berm, je hindert het verkeer’, ‘parkeer op de straat, je hindert de voetgangers’. Waar moet zo’n auto in godsnaam dan nog naartoe? Begrijpelijkerwijze leidt zoiets tot grote verwarring. Tijdens de interventie staat de politie dan ook nog eens op het fietspad. Volgens hen, geruggesteund door de ondertitelaar van de foto op Het Nieuwsblad, is het een fietssuggestiestrook. Voor de leken: een fietssuggestiestrook is vergelijkbaar met festivalseks. Het lijkt leuk, maar eens je het hebt merk je dat er meer nadelen zijn dan voordelen, dat het verward wordt met Ă©cht leuke seks en dat het helemaal niet zo veilig is als je had gedacht. Maar ik wijk af.

Gezellige straat

Laten we met zijn allen nog even een blik werpen op de reportage van TV Oost, die de desbetreffende straat mooi in beeld brengt: flikken op het fietspad, rijdende auto’s op het voetpad, een zeldzame voetganger die de straat al lopend oversteekt. Kortom, een gezellig beeld van een typische Vlaamse doorgangsweg waar vlot autoverkeer en parkeren op de berm de norm is. Waar de aanwezigheid van fietsers en voetgangers hooguit suggestief kan zijn. Waar de veiligheid van geparkeerde auto’s de hoofdbekommernis is. Het verbaasde mij dat er op de foto in de krant zoveel mensen stonden.

Bronnen:

http://www.tvoost.be/nieuws/kafka-in-vrouweneekhoekstraat-15665

http://www.nieuwsblad.be/cnt/dmf20150710_01772418

http://www.hln.be/regio/nieuws-uit-sint-niklaas/hele-straat-op-bon-voor-foutparkeren-a2391469/

CalorieĂ«n, gender en bedrijfswagens

Even een rechtzetting. Sommigen vonden mijn vorige post blijkbaar nogal neerslachtig, en dat ondanks mijn pogingen tot luchtigheid hier en daar.

Chocomelk met slagroom

Geen nood. De teleurstelling die aan de oorsprong lag van mijn vorig schrijfsel heb ik ondertussen weggespoeld. Niet met Duvel of Caipirinha (al had dat mogelijk ook gewerkt), wel met een warme chocomelk met slagroom. En slagroom. En slagroom. En dan nu terug naar het actuele leven. Met weegschaal.

Dad bod & Mum bum

Al valt dat laatste best nog mee. Ik fiets dat er wel af. Ik wou dat ik kon zeggen dat ik het er af ging lopen, maar ik moet Evy Gruyaert de laatste tijd een beetje ontgoochelen. Mijn podcast is zoek in de chaos die zich voordoet als mijn huis. Zwak excuus. Maar nu de ‘Dad bod’ (in onze contreien beter bekend als het biertonneke) aan een opgang bezig is, moet – in het kader van de actuele gendergevoeligheid – de ‘Mum bum’ ook maar eens prominent in beeld gebracht worden. En wat is daar beter geschikt voor dan een fiets?

Haren in de wind

Ben ik nu reclame aan het maken voor bier, sterke drank, papabuiken, mamakonten of fietsen? Misschien wel voor alles samen. In de juiste verhouding, en met mate(n) vormen ze de perfecte basis voor een gelukkig leven. Met pieken en dalen. Maar voor de pieken moet je net dat beetje harder trappen, en tijdens het dalen voel je de wind in je haren. De perfecte yin en yang dus. Zeg nu nog eens dat je met de bedrijfswagen in de file wil gaan staan.

Gij zult het systeem niet bekritiseren

“We mogen tevreden zijn met onze kapitalistische samenleving: ze is de meest vredevolle”, aldus filosoof en historicus Jelle Dehaen in zijn opiniestuk van De Standaard (8 april 2015). Hij vergat drie woorden: tot nu toe.

Dat het leven niet volmaakt is, en dat het kwade bestaat, daar ben ik het volledig mee eens. En van Andreas Lubitz “slechts een willoos slachtoffer maken”, is inderdaad “een belediging voor de honderdduizenden die worstelen met een depressie of burn-out en die nooit hun frustraties op de wereld koelen.” Maar het daaraan gekoppelde sociaal-economische debat simpelweg van tafel vegen is, vooral als filosoof, extreem verregaand.

Ruwe bolster, rotte pit

Dehaen zegt het nochtans zelf: “Heel veel mensen worstelen immers met geestelijke problemen en we maken allemaal deel uit van hetzelfde systeem, en toch pleegt vrijwel niemand zulke misdaden.” Er zijn dus heel veel mensen die worstelen. Zonder dat we ze zien, zonder dat we ze horen. Zonder dat we weten wie ze zijn. Ze bevinden zich achter de gevels, achter al die zogenaamd ‘gelukkige’ gezichten. En blijkbaar vinden we dat normaal ook.

Liever kwaad dan eenzaam

Het kwaad zit in iedere mens. Maar dat we ons met veel plezier overgeven aan barbarij wanneer ons daartoe de kans geboden wordt, is opnieuw kort door de bocht. Mensen die in evenwicht zijn met zichzelf, gaan niet ingaan op dergelijke ‘kansen’. Wie wel? Mensen die gefrustreerd zijn. En ja, ook ons zogezegd vredevolle kapitalistische systeem brengt weleens wat frustraties teweeg. “We lijken niet meer te durven erkennen dat het kwaad bestaat”, zegt Jelle Dehaen nog. Durven we dan wel erkennen dat er zoiets bestaat als psychisch lijden, ongeluk of eenzaamheid? Of vallen die onder het taboe van het individuele falen?

En toch werkt het

Het systeem werkt, eindigt Dehaen stellig. Alsof dat dan geen belediging is voor de honderdduizenden die worstelen met een depressie of burn-out (en die nooit hun frustraties op de wereld koelen).

Nieuws op maat

In Amerika worden al robotjournalisten gebruikt voor korte, snelle nicheberichten. Op zich geen probleem, staat in het artikel van De Standaard te lezen, want zo kunnen journalisten zich meer bezighouden met analyse en achtergronden. En is dat niet per slot van rekening het echte journalistieke werk?

Toch blijft correspondent Nico Tanghe voorzichtig. Want de robotjournalistiek kan de artikels naadloos aanpassen aan zijn publiek. Iets wat elke zichzelf respecterende menselijke journalist niet zomaar zou doen, aldus Nico Tanghe. Koppen worden uitgetest op verschillende groepen mensen om de best werkende kop te kiezen. ‘De stap naar een volautomatische ‘content farm’, die nieuws publiceert dat perfect afgestemd is op wat mensen of zelfs individuen willen, lijkt plots niet zo heel groot meer.’ Nieuws op maat van de lezer dus, zogezegd puur feitelijk, maar op zich al gecensureerd.

Het lijkt een fenomeen in de marge. Te ver verwijderd van de oorspronkelijke doelstelling van de journalistiek. Maar laten we niet vergeten dat ook de journalistiek ondertussen onderhevig is aan de wetten van het alomtegenwoordige consumentgerichte kapitalisme. Wat niet rendeert, wordt afgevoerd. Wat de consument vraagt, moet de consument krijgen. De vraag zelf mag door niemand in vraag gesteld worden.

En daarom maakt MNM elke dag drie tot vier nieuwsfilmpjes van welgeteld vijftien seconden, lees ik een dag later in dezelfde krant. Kort, ongenuanceerd en zonder duiding. Als manier om jongeren ‘aan het nieuws’ te krijgen. Een beetje een bizarre verwoording misschien. Maar waarschijnlijk ben ik gewoon niet hip genoeg om die te begrijpen. Daarnaast wordt er verwezen naar een project van VRT-Startup dat voorlopig in de kast staat, misschien weinig verwonderlijk met een omschrijving als ‘dagelijkse updates voor iedereen die te jong, te dom of te lui is voor het gewone nieuws’. Een krachtige one-liner waar velen zich ongetwijfeld ogenblikkelijk in zullen herkennen.

De filmpjes duren vijftien seconden omdat ‘het duidelijk is dat de aandachtsspanne van een socialemediagebruiker niet langer is’. Nieuws op maat van het doelpubliek dus. Ik bekijk er een paar op de website en krijg het gevoel dat ik naar de intro van het nieuws zit te kijken. Maar dan zonder het eigenlijke nieuws. Het is een aframmeling van de hoofdpunten, af en toe onderbroken door een aantal schreeuwerig grote hoofdletters op het beeld, waarschijnlijk bedoeld voor mensen waarvan de aandachtsspanne nog korter is dan vijftien seconden. Moeten we dit nu als een positieve evolutie zien, of is het een pijnlijke uiting van de intellectuele verarming van deze tijd? Wie mij hierover in vijftien seconden wat duiding kan verschaffen, krijgt mijn volledige aandacht(sspanne).

Bronnen:

‘De robotjournalist werkt dag en nacht’ (DS, 2 april 2015)
http://www.standaard.be/cnt/dmf20150401_01610913

‘Het meisje van de vijftien seconden’ (DS, 3 april 2015)
http://www.standaard.be/cnt/dmf20150402_01612755

Fietsen in de weg

Gent is goed bezig. Op 1 april lees ik in De Standaard dat bijna de volledige binnenstad vanaf 22 april Ă©Ă©n grote zone 30 wordt. Wie stiekem had gehoopt dat het een aprilgrap was, is eraan voor de moeite, want reeds in oktober vorig jaar heeft Gent deze plannen kenbaar gemaakt.

Een nobel initiatief dat hopelijk tot heel wat navolging zal leiden. Vooral omdat het, volgens de berichtgeving althans, gepaard zal gaan met een grote sensibiliseringscampagne (die, onontkoombaar in deze ‘sociale’ tijden, de hashtag #gentdaagtuit toegewezen krijgt) Ă©n een ‘grote inspanning’ (niet mijn aanhalingstekens) van de Gentse politie. Dat het een uitdaging zal worden, daar ben ik van overtuigd. Dagelijks word ik meer dan eens geconfronteerd met de moeite die het blijkbaar kost om de voet van het gaspedaal te heffen. De hand naar de claxon brengen daarentegen, blijkt een moeiteloze geautomatiseerde handeling te zijn. Maar genoeg daarover. Ik wens ze daar in Gent veel succes, en veel navolging.

Al hebben ze het daar precies toch nog niet volledig begrepen. Want wat lees ik een dag later in De Standaard, nochtans uit de mond van dezelfde schepen? Iets over fietsstraten deze keer (toegegeven, niet binnen het geplande zone 30-gebied, maar evengoed op grondgebied Gent). Voor de leken: dat zijn (doorgaans smalle) straten waar auto’s niet sneller mogen dan 30 km/u en – belangrijk – ze mogen geen fietsers voorbijsteken. In de praktijk zou de snelheid dus in principe nog lager liggen. Al zullen die straten op termijn misschien symbool worden voor de enige plaatsen waar automobilisten wielertoeristen of senioren op elektrische fietsen tolereren.

Maar dat is allemaal het punt niet. In de inleiding staat het volgende te lezen:

 De fietsstraat is aan een opmars bezig in Gent, maar het is geen wondermiddel.
‘We kunnen nu eenmaal niet overal een tunnel graven.’

En even verder lezen we dit:

‘Natuurlijk is een afgescheiden fietspad altijd beter, maar dat is niet overal mogelijk.’

En uit die twee citaten valt jammer genoeg af te leiden dat het bijlange na nog niet gedaan is met het rijk van Koning Auto. Als de idealen een tunnel (fietsers uit de weg en uit het zicht) of afgescheiden fietspaden (fietsers uit de weg en minstens half uit het zicht) zijn, voor wie is ‘de weg’ dan, als het niet voor Koning Auto is? Conflictvrij verkeer is een utopie (niet iedereen moet steeds alleen maar rechtdoor) en door fietsers uit het straatbeeld te verwijderen, krijgen we tijdens die onvermijdelijke conflictsituaties zaken als fietsers die ‘plots’ en ‘vanuit het niets’ (lees: de tunnel of het afgescheiden fietspad) te voorschijn komen.

Als er een politiek draagvlak is voor een zone 30 in de bebouwde kom van Gent zelf, is het dan teveel gevraagd om de fiets een prominentere plaats te geven in het straatbeeld? Om het snelheidsregime in woonkernen aan te passen aan de fiets in plaats van aan de auto? Om die lang vergeten regel uit de wegcode (art.43.2) terug algemeen aanvaardbaar te maken waardoor fietsers met twee naast elkaar mogen blijven rijden binnen de bebouwde kom zolang ze het tegemoet komende verkeer niet hinderen. Wie nu met twee naast elkaar durft te rijden, wordt weggetoeterd, opgejaagd, rakelings gepasseerd, in de goot gereden, omvergereden of in elkaar geslagen. Bijna altijd door gehaast (gemotoriseerd) achteropkomend verkeer. Net dat verkeer moest door deze regel afgeremd worden. Maar een obstakel in de vloeiende beweging die autorijden met zich zou moeten meebrengen, levend of niet, wordt niet getolereerd.

Als deze denkwijze in een stad als Gent, bij een in mijn ogen toch wel goedbedoelende schepen van Mobiliteit nog steeds (misschien onbewust) overheerst, dan hebben we nog een lange weg te gaan. Daarom daag ik Gent op mijn beurt uit. Maar misschien moet ik er eerst nog een hashtag bij verzinnen.

Bronnen:

Als u 30 kilometer per uur rijdt, dan… (1 april 2015)
http://www.standaard.be/cnt/dmf20150331_01608686

Fietsstraat is beter, maar het is geen wondermiddel (2 april 2015)
http://www.standaard.be/cnt/dmf20150401_01611043