moto

Een nieuw lief

Ik moet iets bekennen. Ik heb een nieuw lief. Of beter gezegd een oud lief. Een opgerakelde jeugdliefde, zo je wil. Of zal ik zeggen, een toenmalige liefde op afstand, iets platonisch, die nu eindelijk vlees en bloed geworden is. Na al die tijd is hij van mij. The perfect fit. Ik wil geen ander meer. En bovendien blijf ik met beide voeten op de grond.

Voor wie het nog niet doorhad: ik heb een nieuwe moto.

Het begon als een ietwat ongezonde puberfascinatie voor één of andere tv-reeks met Jessica Alba en een Ninja (waaw, een meisje op een moto, dat moet ik ook kunnen). De praktische uitvoering ervan werd echter een tijdlang vakkundig – en met goede redenen – in de kiem gesmoord door de toenmalige parental control. Gevolgd door een met mijn leeftijd meeschuivende wetgeving. Hoe toevallig allemaal. En toen was er een jongen (hoe gaat dat hé), kindjes, nog kindjes, ergens daartussen een half huis en plots geen geld meer.

Maar het leven kan verkeren (zo zei een zekere Bredero ooit, maar Sofie zegt het nu lekker ook) en zo kwam er toch nog tijd én geld (met alhier een gouden kushandje terug aan mijn allereerste werkgever – haha) voor een rijbewijs en een moto.

Maar dat was maar om te oefenen. Nu heb ik hem. Mijn zwarte Ninja 650 (aargh, onbetaalde product placement ). Prachtig ding, enorm handelbaar, luistert gezwind en volledig op mijn maat. Misschien moet ik bij nader inzien toch maar niet over een ‘hij’ spreken dan. Maar dit terzijde. En oké, iemand noemde hem/haar/het al een grasmachien, maar die vermaledijde neem ik binnenkort nog wel te grazen.

O ja. Als uitsmijter nog even dit. Blijkbaar is het ‘in’ om hashtags te gebruiken. Een poging alhier. #vreemdgaan #nieuwspeelgoed #datisdanvolwassenzijn #enecologisch #moeha #kijkuit #nee-ikkomuwgrasnietafrijden

Motomodel*

De meesten hadden het over prinses of model worden, ik zag mezelf al aan het stuur van een Boeing 747. Mijn woon-werkverkeer zou ik afleggen met de motor. Zo klaar als een klontje. Ik was een jaar of tien.

Nu ben ik er drie keer tien, en vliegen met een vliegtuig doe ik liever met een film voor mijn neus dan met een instrumentenbord. Ik heb het al eens gedaan, in zo’n sportvliegtuigje, en dat was best intens. Maar laat ik gewoon eerlijk zijn en zeggen dat piloot, omwille van allerlei enorm uiteenlopende redenen, voor mij niet langer een droomjob is.

Dat andere deel uit mijn droom, daar heb ik nu werk van gemaakt. Misschien als een soort van compensatie. Als ik niet hoog kan vliegen, dan misschien wel laag.

Waar gaat het eigenlijk om? Om helemaal niets. Maar ook om alles. Is het leven niet te kort om onszelf al te veel beperkingen op te leggen? De waarde van iets wordt vooral bepaald door datgene wat je ervoor moet opgeven. Dus laat mij even de analyse maken:

Het verlies

Wat moest ik ervoor opgeven? Mijn blauwe plekkenloze benen. Mijn groene imago (schoot toch al niet veel meer van over). Minstens de helft van mijn spaarrekening (idem). Mijn roze papieren vodje met foto van achttienjarige ikke. Dat had ik misschien wel graag gehouden. Maar goed. Tijd vliegt. Ook de eeuwige jeugd moet je ooit eens teruggeven aan de staat.

De winst

Wat kreeg ik ervoor in de plaats? Pijn. Stress. Adrenaline. Trots. Een roos bankkaartje met veel A’tjes en een B. Een gevoel dat ik iets bereikt heb, een jeugddroom die eindelijk is waargemaakt. Het geeft me meer dan ooit het gevoel dat je moet gaan voor waar je in gelooft, mits met mate. Zonder n voorlopig. Wie zich trouwens geroepen voelt, mag zich melden. Ik zoek nog rijgezelschap. Stoere vrouwen en knappe mannen. Liefst niet andersom, want dan voel ik mij geïntimideerd  🙂

* Een Yamaha Fazer, voor wie het moet weten. Hij wou niet mee op de foto.