Motomodel*

De meesten hadden het over prinses of model worden, ik zag mezelf al aan het stuur van een Boeing 747. Mijn woon-werkverkeer zou ik afleggen met de motor. Zo klaar als een klontje. Ik was een jaar of tien.

Nu ben ik er drie keer tien, en vliegen met een vliegtuig doe ik liever met een film voor mijn neus dan met een instrumentenbord. Ik heb het al eens gedaan, in zo’n sportvliegtuigje, en dat was best intens. Maar laat ik gewoon eerlijk zijn en zeggen dat piloot, omwille van allerlei enorm uiteenlopende redenen, voor mij niet langer een droomjob is.

Dat andere deel uit mijn droom, daar heb ik nu werk van gemaakt. Misschien als een soort van compensatie. Als ik niet hoog kan vliegen, dan misschien wel laag.

Waar gaat het eigenlijk om? Om helemaal niets. Maar ook om alles. Is het leven niet te kort om onszelf al te veel beperkingen op te leggen? De waarde van iets wordt vooral bepaald door datgene wat je ervoor moet opgeven. Dus laat mij even de analyse maken:

Het verlies

Wat moest ik ervoor opgeven? Mijn blauwe plekkenloze benen. Mijn groene imago (schoot toch al niet veel meer van over). Minstens de helft van mijn spaarrekening (idem). Mijn roze papieren vodje met foto van achttienjarige ikke. Dat had ik misschien wel graag gehouden. Maar goed. Tijd vliegt. Ook de eeuwige jeugd moet je ooit eens teruggeven aan de staat.

De winst

Wat kreeg ik ervoor in de plaats? Pijn. Stress. Adrenaline. Trots. Een roos bankkaartje met veel A’tjes en een B. Een gevoel dat ik iets bereikt heb, een jeugddroom die eindelijk is waargemaakt. Het geeft me meer dan ooit het gevoel dat je moet gaan voor waar je in gelooft, mits met mate. Zonder n voorlopig. Wie zich trouwens geroepen voelt, mag zich melden. Ik zoek nog rijgezelschap. Stoere vrouwen en knappe mannen. Liefst niet andersom, want dan voel ik mij geïntimideerd  🙂

* Een Yamaha Fazer, voor wie het moet weten. Hij wou niet mee op de foto.

1 comments

Plaats een reactie