leven

Open boek

Ik doe niet aan herschrijven
vernieuwde edities
addenda
of eindeloze nvdr’s.

Ik doe niet aan schrappen
Verscheuren
of opnieuw beginnen
van nul af aan.

Ik koester,
sla om,
en herlees af en toe.
Om het verhaal te blijven volgen.

Want de is die er was,
is er nog steeds.
Jij bent daar.
Voor altijd.

’t is te zeggen

Ge leeft
dus ge lijdt
en dan lijmt ge da
met liefhebben.
Of da probeert ge toch.

Of misschien lijdt ge
omdat ge liefhebt.
Denkt ge.
Zoals het ei en de kip
ze zijn daar nog altijd niet uit.

Maar eigenlijk komt het
op hetzelfde neer
het een komt uit het ander
en ge hebt het allemaal vandoen
in de tijd da ge hier zijt.

Halverwege

Ik was onderweg naar ergens
en kwam de dood zomaar tegen
opdoemend vanuit de nevel
een hele colonne.

Net ervoor bewonderde ik nog
het oneindige verdwijnen
van elektriciteitsmasten
in de witte waterdruppels
als een fait divers.

Het was het leven in een flits
heel even alles en niets
in één beeld zonder pauzeknop
volle gas vooruit.

De dood verdween al snel
in mijn achteruitkijkspiegel
en ik reed verder
mijmerend de mist in.

Da’s de vraag

Het is een kwestie van
keuzes maken.
Van weten waar te kijken
en hoe te interpreteren.

Het is een kwestie van kunnen
maar meer nog zelfs van mogen
mogen proberen en falen
(in iemands armen als het even kan).

Het is een kwestie van leven
en van doodgaan ook,
maar steeds slechts eventjes,
nooit stilletjes,
en liefst op een plaats waar de ander
je terug van zuurstof kan voorzien.

Herinner me

Er zijn geen foto’s van het echte leven. We trekken plaatjes om te kunnen vertellen. Om te tonen dat we nog kunnen lachen, af en toe. Of om anderen te doen lachen, want dat geeft ons een gevoel van verbondenheid. Zelfs ik tel de likes op Facebook, om dan altijd verbolgen te zijn over het resultaat. Alles moet worden vastgelegd.

Maar plots ontglipt het mij. Dan merk ik dat het intens beleefde moment net niet vastgelegd werd. Omdat ik te druk bezig was met beleven. Niet met vastleggen. En dat besef ik op het moment dat ik het kwijt ben. Zelfs de herinnering is vervormd. Wat was dat juist, dat moment van leven?

Het moment dat je in iemands blik jezelf verliest. Het moment dat je elkaars verdriet schokkend probeert op te vangen en samen verdrinkt. Het moment dat je doorweekt tot op je onderbroek in het gezelschap van tien wildvreemden en twee ongeduldige koters anderhalf uur in een lek hutje nabij het einde van de wereld zit te wachten op iemand die gezellig zijn lunchpauze aan het nemen is. Met de oceaan ertussen.

Op die momenten denk ik niet aan mijn camera, of aan een selfie. Al denk ik wel aan mezelf. Aan hoe ik in dit leven sta en val, en me vreselijk veel pijn doe. Aan hoe die mooie momenten zo onlosmakelijk aan de treurige verbonden zijn. Aan hoe het leven voor mij steeds vechten en vluchten is. Met tussendoor een hevige hoofdpijn door al die muren in de weg.

Is het verloren of net intenser beleefd? Moet ik leren vastleggen of juist leren loslaten? En waarom voelt dat allebei aan als verlies? “Wie niets doet tegen het wankelen, voorkomt ook de val niet”, las ik onlangs in een boek van Michel de Montaigne op zoek naar herkenning. Maar ik ben niet sterk genoeg, voor zo’n standvastige tred. Heb ik dan anderen nodig, die mij behoeden voor die val? Want ooit las ik, weliswaar in een minder pretentieuze publicatie, dat je, als je bang bent om te vallen, nooit kan leren lopen.

Laat mij dan toch maar wankelen. Er zijn geen zekerheden in het leven. Buiten misschien dat een lunchpauze ooit wel eindigt. En een oceaan soms toch te overbruggen valt.